Een veel voorkomende methode om een cilinderslot open te breken, is kerntrekken. Met een boormachine schroeft de inbreker een schroef in het cilinderslot. Met een klauwhamer wordt de schroef met cilinder uit de deur getrokken. Nu kan de inbreker bij het slot zelf en het slot kan nu eenvoudig omgezet worden, waardoor de deur niet meer vergrendeld is. Deze methode duurt alles tezamen in veel gevallen minder dan 20 seconden. Een cilinderslot is echter goed te beveiligen tegen deze methode. Een cilinderslot dat hiertegen beveiligd is, wordt kerntrek-proof genoemd. Er zijn hiervoor twee methodes, met een anti-kerntrekcilinder of met veiligheidsbeslag met kerntrekbeveiliging. Een anti-kerntrekcilinder is een versterkte cilinder. Hierdoor kan de cilinder meer trekkracht weerstaan, waardoor het voor een inbreker praktisch onmogelijk wordt om het cilinderslot uit de deur te trekken nadat er een schroef ingezet is. Veiligheidsbeslag met kerntrekbeveiliging (ook wel kerntrekbeslag genoemd) wordt van binnenuit geplaatst en de cilinder wordt omsloten door metaal. Hierdoor kan de cilinder niet uit de deur getrokken worden.
Kerntrekken is een nieuwe inbraakmethode, waardoor er geen wetgeving is over hoe deuren en sloten beveiligd dienen te zijn tegen deze techniek. Het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) heeft wel een advies uitgebracht. In dit advies komen twee punten duidelijk naar voren: installeer een cilinder met SKG 3-sterrenkeuring en plaats kerntrekbeslag of een versterkte cilinder met een minimale uittrekkracht van 15 kN.